Niet zonder de kinderen

In onze huidige sneltrein maatschappij waarin een ieder wordt aangemoedigd om op te komen voor zijn/haar eigen identiteit en eigen rechten, schuilt een groot gevaar voor het gezin. Door druk op het werk, druk op het belang van presteren op allerlei fronten, wordt vaak voorbij gegaan aan de veilige schuilplaats die gezin heet. Dingen samen doen wordt steeds moeilijker: spot training en andere activiteiten vallen steeds vaker onder etenstijd bijvoorbeeld. Ieder gaat zijn eigen weg, en eenmaal thuis staat of de TV of de computer aan…Ouders moeten sterk in hun schoenen staan om te durven kiezen om een andere weg in te slaan en terug te gaan naar het model dat God laat zien in Zijn Woord.

Wij kunnen de tijd en de ontwikkelingen – mede in de techniek – niet terugdraaien en dat
hoeft ook niet, maar misschien is het wel nodig dat wij als christenen en als ouders opnieuw
moeten gaan kijken waar wij – persoonlijk en als gezin – mee bezig zijn en inhoever wij
dreigen meegezogen te worden en af te dwalen van het gezin zoals God het heeft bedoeld.
Dit geldt niet alleen voor onze maatschappelijke levensstijl maar zeer zeker voor onze
christelijke levensstijl. Het gezin is Gods idee – en daarin gaf Hij grote verantwoordelijkheid
aan de ouders en vooral aan de vader voor de (geestelijk) opvoeding van de kinderen. In de
Joodse cultuur staat het gezin centraal. Dit is zichtbaar in alle feesten en de manier van het
vieren van hun geloof. God gaf in Zijn Woord de opdracht dat zij niet mee moesten doen
met de levensstijl van de omringende volken maar dat zij zich moesten afzonderen en een
heilig leven leiden. De kinderen hoorden er gewoon bij. Dit betekende dat de vader – als
priester van zijn gezin – duidelijke keuzes moest gaan maken van hoe hij zijn eigen leven
leidde en hoe hij zijn eigen geloof beleefde en hoe hij zijn kinderen daarin meenam.

Een nieuwe tijd tegemoet

Er wordt in deze tijd veel gesproken en geschreven over vernieuwing in de kerk – andere
vormen van kerk zijn met elkaar – en over de overlevingskansen van de kerk (als instituut)
zoals wij het nu kennen. Bijna nooit wordt er in deze vernieuwingspogingen geschreven over
het meenemen van de kinderen hierin. Dit is zelfs in de meeste huiskerkbewegingen de
zwakke schakel en het blijft een zorg over hoe de kinderen op een volwaardige manier hierin
meegenomen kunnen worden.
Kortgeleden las ik opnieuw de geschiedenis van de bevrijding van de Israëlieten uit de
slavernij van Egypte. Terwijl ik las over de 10 plagen liet God mij heel duidelijk zien dat het
Zijn plan is om te zorgen dat de kinderen meegaan in vernieuwing met de volwassenen.
Mozes ging naar de Farao om toestemming te vragen om het gehele volk mee te nemen
naar de woestijn om offers te brengen en God te aanbidden. Het was pas na de 7e plaag dat
Farao door had dat het ernst was. ‘Wie neem je dan mee?’ was zijn vraag. Toen Mozes
antwoordde dat hij van plan was om te gaan met alle volwassenen en alle kinderen, begon
Farao tegen te stribbelen. Zijn antwoord was duidelijk: ‘Ik zou liever jou wegsturen met Gods
zegen dan dat ik toestemming geef om de kinderen te laten gaan’ (vertaling The Message).
In het natuurlijke begreep Farao dat, wanneer de ouders weg zouden gaan zonder de
kinderen, ze vast en zeker ook terug zouden komen. Maar er schuilt hier een geestelijk
principe achter dat God mij liet zien. Farao wist dat, als hij de kinderen in zijn macht hield
terwijl de ouders hun eigen weg gingen om hun God te aanbidden, hij de kinderen voor het
leven kon beïnvloeden. Hij kon ze misleiden naar een leven onder het juk van religie of ze
wegleiden naar een leven zonder God. Maar voor Mozes stond het als een paal boven water:
zonder de kinderen was hij niet van plan te vertrekken.
Al de jaren dat de Israëlieten onder de verdrukking van de slavernij hadden geleefd hadden
ze geen offers gebracht. Nu brak er een nieuwe tijd aan – een tijd van vrijheid waarin zij
God konden aanbidden op een manier die Hem blij maakte en daar hoorden de kinderen bij.
Hoe zit het met ons? Ons verlangen om vrij te zijn van het juk van de vijand kan heel
oprecht zijn. God aanbidden, op een manier die voor Hem een aangename geur is, kan ons
diepste verlangen zijn. Maar gaan wij als het ware de woestijn in zonder de kinderen? Jezus
zegt zelf: ‘verhindert ze niet.’ Verhinderen zou je kunnen uitleggen als hen de mogelijkheid
te ontnemen om mee te gaan in de vrijheid en aanbidding. Hen achterlaten in de
slavernij……
Voor Mozes was dit geen optie.

De jongste ontbreekt nog

Later gebeurde er een soortgelijke situatie. Samuël kreeg de opdracht van God om een
nieuwe koning te gaan zalven (1 Samuël 16). Hij werd naar Bethlehem gestuurd, naar Isaï –
een kleinzoon van Ruth en Boaz uit de stam Juda – om één van zijn zonen te zalven als
koning. Samuël vertelde niet gelijk aan Isaï wat zijn opdracht was maar hij zei het volgende:
‘Ik ben gekomen om een offer te brengen en jullie in aanbidding te leiden. Maak jezelf en je
zonen klaar. Hij heiligde Isaï en zijn zonen en nodigde ze uit tot het offer.’ Vervolgens
kwamen de zonen één voor één binnen – maar God liet aan Samuël duidelijk weten dat hij
geen van hen had uitgekozen. Uiteindelijk vraagt Samuël aan Isaï of hij nog meer zoons
heeft. Isaï antwoordde ‘de jongste ontbreekt nog’ – hij telde dus niet zo erg mee. Samuël zei
dat ze niet zouden beginnen met de offerfeesten en dus dat zij God niet zouden aanbidden
voordat de jongste erbij was.
Op het moment dat David binnenkwam liet God aan Samuël weten dat hij degene was die hij
had uitgekozen en als koning gezalfd moest worden. Samuël goot de hoorn met olie over
Davids hoofd ‘terwijl zijn broers om hem heen stonden toe te kijken’ en de Geest van God
greep hem en gaf hem kracht voor de rest van zijn leven. Er was een nieuwe tijd
aangebroken voor de Israëlieten.

Leiders gaven het voorbeeld

Twee voorbeelden van hoe leiders niet bereid waren om een nieuwe fase in te gaan zonder
dat de jongsten er bij waren.
God sprak opnieuw tot mij door deze voorbeelden dat wij – als volwassenen – moeten staan
als advocaten en mediators en de stem van de kinderen laten horen. Ik ben niet bereid om
naar vernieuwing of opwekking te gaan zonder dat de kinderen meegaan.
Jozua’s woorden ‘want ik en mijn huis zullen de Here dienen’ moeten opnieuw klinken. Het is
een keuze die elke vader en moeder moet maken.
De harten van de vaders moeten opnieuw keren naar de kinderen en de harten van de
kinderen naar de vaders. Samen kunnen ze verder. Het is een keuze
De vijand probeert om op allerlei manieren onze kinderen in gevangschap te houden en de
plaats van het gezin te ondermijnen. Soms heel duidelijk en soms komt hij als een engel des
lichts. Laten wij als een Mozes of een Samuël zijn en het besluit nemen om niet verder te
gaan voordat de jongsten erbij zijn.

Vernieuwing is durven uitstappen

De Israëlieten moesten radicale stappen nemen om tot verandering te kunnen komen in hun
situatie en in hun manier van leven. Zij hadden 430 jaar lang een traditie opgebouwd en dit
moesten zijn gaan verlaten.Zij moesten alles waaraan ze gewend waren achterlaten voordat
zij – samen met hun kinderen – in de vrijheid van de woestijn God konden aanbidden. Dit
zou voor ons kunnen beteken dat wij stappen moeten nemen om uit onze (geestelijke)
gewoontes en comfortzone te stappen zodat wij – met elkaar – als één lichaam en als één
gezin in een nieuwe dimensie van Gods plan voor Zijn gemeente kunnen komen.

Andere publicaties